Standaardeisen voor de valkparkiet - Grijs (Wildvorm) valkparkiet

Terug

Kleurstandaard van de valkparkiet

Grijs (Wildvorm) Man
Kop, kuif en masker:
Masker geel, zich uitstrekkend vanachter de inplant kuif met een gelijkmatige boog om het oog en de oorvlek, via de hals naar de keelstreek. Schuin onder het oog bevindt zich een ellipsvormige ± 15 mm grote oranje oorvlek, welke geheel omgeven is door het geel van het masker. De kuifveren zijn geel. Aan de toppen van de kuifveren bevindt zich vaak nog iets melanine, zowel in de baarden als in de schacht. Vanaf de kruin naar de achterkop donkergrijs, geleidelijk via de nek uitlopende in de leigrijze dekkleur.
Vleugels:
De vleugeldekbevedering is egaal donker leigrijs. De grote vleugelpennen zijn aan de buitenvlag grijs
en aan de uiteinden en de binnenvlag donker leigrijs. Op enkel mm afstand van de buitenste vleugelrand loopt vanaf de vleugelbocht tot aan de slagpennen een ± 2 cm brede, helder witte band, welke aan de onderkant scherp afgescheiden is.
Lichaam:
De borst, vanaf het masker, buik, flanken en bij de cloaca streek egaal grijs. Mantel donker leigrijs van eenzelfde nuance als de vleugeldekbevedering. Stuit lichtgrijs.
Staart:
Bovenstaartdekveren lichtgrijs. Onderstaartdekveren egaal grijs. Bovenkant grote staartveren
lichtgrijs met een donkere schacht. Onderkant grote staartveren leigrijs.
Ogen:
Donkerbruin.
Snavel:
Donkergrijs, neusdop lichtgrijs.
Poten:
Grijs. Nagels donkergrijs.

Grijs (Wildvorm) Pop
Kop, kuif en masker:
Kop vanachter de inplant kuif, in en gelijkmatige boog eerst naar achteren en dan via de hals naar de
keelstreek; een aan intensiviteit variërende mengkleur van grijs en geel, waarbij het grijs de overhand
heeft. Rondom de snavel, naar boven uitlopende in de kuif, een smal helder geel gedeelte. Schuin
onder het oog bevindt zich een ellipsvormige (iets kleiner dan bij de man) oranjegrijze oorvlek. De
scheidingen masker-hals-keel en oorvlek-masker zijn niet scherp, maar wel waarneembaar. De
kuifveren variëren van grijs-geel naar grijs. Vanaf de kruin naar de achterkop egaal grijs geleidelijk via de nek uitlopend in de donkergrijze dekkleur.
Vleugels:
De vleugeldekbevedering is egaal donkergrijs. De grote vleugelpennen zijn aan de buitenvlag grijs,
aan de uiteinden en de binnenvlag donkergrijs. Op enkel mm afstand van de buitenste vleugelrand, loopt vanaf de vleugelbocht tot aan de slagpennen een ± 2 cm brede witte band, welke aan de onderkant scherp afgescheiden is.
Lichaam:
De borst vanaf het masker lichtgrijs, al dan niet beïnvloed door de aanwezigheid van carotenoïde,
waardoor de kleur iets beige-achtigs krijgt. Iets boven de inplant van de poten begint een vage gele dwars tekening, welke verder naar de staart toe steeds duidelijker waarneembaar wordt. Ook de flanken vertonen deze dwarstekening. Mantel donkergrijs van eenzelfde nuance als het vleugeldek. Stuit lichtgrijs met een lichtgele dwarstekening.
Staart:
Boven- en onderstaartdekveren lichtgrijs met een lichtgele dwarstekening. Deze (streep) tekening is
niet strak. Bovenkant grote staartveren grijs met een vage geelwitte (spikkel) tekening. Onderkant
grote staartveren donkergrijs met een duidelijke lichtgele dwars tekening, welke wordt begrensd door de zwarte schacht van de buitenste staartpen. Aan de buitenkant van deze staartpen is de veer effen geel.
Ogen:
Donkerbruin.
Snavel:
Donkergrijs. Neusdop lichtgrijs.
Poten:
Grijs. Nagels donkergrijs.

Keurtechnische aanwijzingen bij de grijze valkparkiet
Bij de valkparkiet is het domesticatieproces al ver gevorderd. Dit domesticatieproces heeft er ook toe geleid, dat we regelmatig exemplaren aan treffen, die zonder meer smal van model zijn. Om degeneratie in de hand te houden moet de formaat- en modeleis dan ook streng gehandhaafd worden. Hetzelfde geldt echter ook de kleur en tekening. Veel vogels missen de diep grijze kleur en
de mooie, strakke tekening. Het is de taak van kwekers en keurmeesters samen deze fout uit het
verleden te herstellen. De keurmeesters d.m.v. stimulerend te keuren (als het goed is, waardeer het
dan ook) en de kwekers door alleen de exemplaren voor de kweek te gebruiken, waarvan men
redelijkerwijs kan verwachten, dat ze bijdragen aan het terugbrengen van het juiste type en kleur van
de valkparkiet. Bij de man valkparkiet moeten we naast het goede formaat, eisen stellen aan de kleur. Vooral de vleugels en de mantel moeten diep donkergrijs, ja bijna zwart zijn. Het masker moet helder geel en scherp begrensd zijn. Daarbinnen ligt de oorvlek mag zowel rond als ellipsvormig zijn. als deze ellipsvormig is, dan gaat het verlengde van de lengte as nagenoeg door het oog. Bij de kuif wordt gestreefd naar een geheel gele kuif! Voorlopig echter, zien we in de praktijk dat er praktisch geen enkele man voorkomt, die dit heeft. Aan wat donkere schachten en iets grijze baardjes aan de toppen van de kuifveren, moet dan ook met de keuring niet al te zwaar worden getrokken. De vleugelvlek dient bij de man helder wit te zijn. Door echter steeds de exemplaren met een (zeer) hoog carotenoïdengehalte aan elkaar te paren, om zo een egaal gele vogel (in de lutino's) te verkrijgen, zien we tegenwoordig ook mannen (in de wildvorm) met geel in de vleugelvlek. Dit is niet toegestaan (wel in de bruinserie). De begrenzing van de vleugelvlek dient aan de onderkant strak te zijn, aan de bovenkant kunnen we deze eis niet stellen, omdat de vleugelvlek nogal eens variërend wordt bedekt door de grijze vleugeldekveren. Door dimorfismische oorzaken is de melanisatie van de pop zwakker dan van de man. We mogen bij de pop dan ook niet de grijszwarte kleur van de man eisen. Wel een mooie diep grijze, egale vleugeldek- en mantelkleur. Ook de rest van het lichaam van de pop is lichter dan dat van de man en het soort grijs kan ook anders zijn, onder invloed van het gele carotenoïde. Het ideaal in de grijsserie is echter zo weinig mogelijk carotenoïde in de lichaamsbevedering. Dit is echter wel een ideaalbeeld voor de toekomst en voorlopig mag de aanwezigheid van carotenoïde dan ook niet bestraft worden. T.a.v. het masker van de pop, mogen we bij de begrenzingen geen al te hoge eisen stellen. Wel dient de oorvlek nog duidelijk binnen de (vage) grenzen te liggen. De vleugelvlek moet wit zijn. De begrenzing van de vleugelvlek is zoals bij de man. De kuif van de pop kan per individu nogal wat variëren, van geheel grijs naar geelgrijs. Ook het zuiver gele gedeelte in het aanzicht is variabel, hieraan mogen dan ook geen eisen worden
gesteld.