Mannen zijn grijs met witte
vleugelranden, een duidelijk gele kop met een oranje wangvlek en een kuif met vrijwel uitsluitend gele veren. Poppen zijn ook grijs met
witte vleugelranden maar de kop is veel minder geel tot vrijwel geheel grijs. De oranje wangvlek blijft aanwezig. De intensiteit (de
kleurkracht) van deze wangvlek kan wat minder zijn als bij mannen. De kuif kan wat gele veren hebben maar is over het algemeen grijs.
Poppen zijn verder herkenbaar aan het visgraat-motief van de staartveren. De onderkant van de onderste staartveren is bij mannen egaal van
kleur, meestal donkergrijs. Bij poppen is er duidelijk een geel-grijs visgraat motief zichtbaar. Bij een aantal andere kleuren zijn deze
specifieke kenmerken hetzelfde, zoals bij cinnamon (wat bruinige veren in plaats van grijs), bij fallow (zeer opgebleekt grijs), bij
zilveren (het grijs is dan zilverachtig) en bij de vrij nieuwe mutatie geelmasker. Bij de geelmasker mutatie is de oranje wangvlek (vrijwel)
verdwenen, maar de verdere kenmerken van de grijze, wildkleur valkparkiet zijn hetzelfde gebleven. Overigens kan de geelmasker factor ook
ingekweekt worden in andere mutaties. Geelmasker mannen zullen dus een duidelijk gele kop hebben zonder oranje wangvlek, de geelmasker
poppen hebben een veel minder gele kop zonder oranje wangvlek. Een aantal kleuren, bijvoorbeeld de zilveren, kan dan ook nog voorkomen met
rode ogen in plaats van de normale zwarte ogen. De kleur van de ogen is geen aanwijzing voor het geslacht. |