Ziekte en gezondheid | Vogelgriep - Brief aan de tweede kamer 19-10-2005 Terug

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: VD. 2005/2970
datum: 19-10-2005
onderwerp: Actuele vervolgbrief i.v.m. maatregelen risico insleep vogelgriep

Geachte Voorzitter,

In de procedurevergadering van 13 oktober 2005 zegde ik toe u deze week te zullen informeren over de stand van zaken met betrekking tot de dreiging van insleep van het vogelgriepvirus en de aanvullende maatregelen die zullen worden genomen.

Stand van zaken
Nadat ik u tijdens de briefing van donderdag 13 oktober 2005 de situatie in Roemenië en Turkije schetste, moet ik daar thans actuele ontwikkelingen aan toevoegen. In Roemenië is definitief het H5N1-virus (Azië-stam) aangetroffen.
Voorts is op 17 oktober 2005 in Griekenland een ernstige verdenking van een besmetting met het Aviaire Influenza-virus vastgesteld. Er moet nog worden vastgesteld om welke variant van het virus het hier handelt.
In andere Balkanlanden, zoals Kroatië, Macedonië, Kosovo en Bulgarije, gaan geruchten over de mogelijke aanwezigheid van vogelgriep veroorzaakt door verhoogde sterfte onder pluimvee en wilde watervogels.

Reactie Europese Commissie
De Europese Commissie heeft, gehoord het advies van het Permanent Comité voor de Voedselketen en Diergezondheid (PCVD), maatregelen voor alle lidstaten in een beschikking vastgelegd. De beschikking verplicht de lidstaten om op basis van een risicobenadering te komen tot maatregelen die tot doel hebben contact tussen wilde watervogels en professioneel gehouden pluimvee te voorkomen. Deze maatregel sluit nagenoeg naadloos aan bij de risicobenadering die ik met mijn aanpassing van de regeling ter wering van Aviaire Influenza (AI) op 22 september 2005 in Nederland heb geïntroduceerd. Een aspect dat in de nationale regeling ter implementatie van de EU-beschikking, zal worden toegevoegd betreft het gescheiden houden van eenden en ganzen en ander pluimvee op de commerciële pluimveebedrijven.
De Europese Commissie heeft verder in de beschikking een methodiek van 'early warning' aan de lidstaten voorgeschreven. Die aanpak is er op gericht besmetting in een vroeg stadium te onderkennen. Het Nederlandse early warning-systeem, zoals onlangs door mij nog aangescherpt, heeft voor de EU-aanpak model gestaan. De onlangs door mij aangekondigde aanscherpingen van de criteria voor early warning zijn thans in de nieuwe nationale regeling opgenomen. De Europese Commissie heeft tot slot de gangbare importbeperkingen afgekondigd voor Roemenië en Turkije. Dezelfde maatregelen zullen voor Griekenland genomen worden indien er een bevestiging komt dat het hoog pathogene AI-virus is aangetroffen. Griekenland heeft overigens zelf de nodige maatregelen genomen om eventuele verspreiding van het virus tegen te gaan.

Aanvullende nationale maatregelen
Tijdens de briefing van 13 oktober 2005 kondigde ik al aan aanvullende nationale maatregelen te zullen nemen. Zoals ik uitgelegd heb, acht ik het niet nodig om extra maatregelen te treffen voor de commerciële pluimveesector met buitenuitloop. De huidige Nederlandse maatregelen geven immers al invulling aan de door de Europese Commissie voorgestane afschermmaatregelen op basis van risicobenadering. De commerciële pluimveehouders hebben daarmee het nodige al gedaan om contact tussen wilde watervogels en hun pluimvee te voorkomen.

Hobbypluimvee
Voor de houders van hobbypluimvee werd tot nu toe volstaan met indringende advisering om hun dieren af te schermen voor contact met wilde watervogels. Omdat het risico op insleep in het hoog risicogebied ook voor die groep aanwezig is, acht ik het in de huidige dreigingssituatie noodzakelijk voor deze groep ook de afschermmaatregel in te voeren. Daarmee geldt voor deze groep dezelfde plicht als voor de commerciële houders van pluimvee in hoog risicogebied. Indien het hobbypluimvee dus wordt gehouden in de bekende foerageer- of rustgebieden voor wilde watervogels of een zone van één kilometer daarbuiten, dient de houder ervoor te zorgen dat de dieren niet in contact kunnen komen met wilde (trek)vogels of hun uitwerpselen. In de praktijk betekent dit een afdak aanbrengen, aan de zijkant afgedicht met gaas of netten, of het binnenhouden van de dieren. In het laag risicogebied blijf ik inzetten op advisering van hobbydierhouders om gepaste maatregelen te treffen.
Ik zal hobbypluimvee, dat binnen de bebouwde kom van een hoog risicogebied wordt gehouden, van de regeling uitzonderen. Vogeldeskundigen geven aan dat de bebouwde kom niet tot hoog risicogebied gerekend hoeft te worden, omdat de trekvogels daar nauwelijks een verblijf- of foerageerplaats zoeken. Uiteraard vergt deze maatregel goed toegesneden communicatie met de hobbypluimveehouders, waarin ik zal voorzien.

Transport
Een tweede aanvullende maatregel betreft het insleeprisico via transporten. Ik heb besloten reiniging en ontsmetting in te voeren bij terugkomst in Nederland, voor alle veetransportmiddelen en gewone transportmiddelen waarmee levend pluimvee of broedeieren naar landen buiten de Europese Unie wordt geëxporteerd of naar eventuele EU-lidstaten waar hoog pathogeen AI is vastgesteld. Van deze groep transportmiddelen kan worden aangenomen dat zij in risicogebieden terecht kunnen komen.

Die transportmiddelen moeten bij terugkomst in Nederland op bepaalde reinigings- en ontsmettingsplaats worden gereinigd en ontsmet. Een dergelijke dubbele ontsmettings- en reinigingsplicht geldt overigens al voor het transport van varkens.
Ik heb de Voedsel en Waren Autoriteit en de Algemene Inspectiedienst opdracht gegeven de naleving strikt te controleren.

Reizigers
De derde aanvullende maatregel betreft de aanpak van reizigersverkeer. Aanvullend op de EU-voorlichtingsaanpak met betrekking tot algemene preventie van dierziekten heb ik in nauw overleg met mijn collega's van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Buitenlandse Zaken een folder tot stand laten brengen met reizigersadviezen en waarschuwingen. Deze folder is inmiddels bij de diverse grote reisorganisaties afgegeven onder de afspraak dat deze folder actief wordt verstrekt aan reizigers met bestemming Turkije, Roemenië, Griekenland, en de door vogelgriep getroffen Aziatische landen. De folder wordt verder op geëigende plaatsen verspreid op de luchthavens. Ook zijn op de websites van de meest betrokken ministeries gelijksoortige waarschuwings- en adviseringsteksten geplaatst.

Naast de actieve voorlichting heb ik de Douane gevraagd extra controles uit te voeren op reizigers die uit de door vogelgriep getroffen landen komen. Bij die controles wordt vooral gelet op het meenemen van risicovolle (en verboden) producten. De Douane zal mij over de resultaten van die extra controles informeren.

Vaccinatie
Zoals toegezegd op 13 oktober 2005 heb ik verdere acties ondernomen om preventieve vaccinatie van hobbypluimvee, hobbysiervogels, vogels in dierparken en dierentuinen mogelijk te maken. In een plan van aanpak worden de vraagstukken met betrekking tot het te kiezen vaccin, registratie van gevaccineerde dieren, risico's van vaccinatie voor sommige vogelsoorten en logistieke aspecten onder de loep genomen. Uit overleg met de Europese Commissie is duidelijk geworden dat slechts een gedegen plan van aanpak kans maakt op instemming van de Commissie.
De discussie over preventieve vaccinatie voor commercieel gehouden pluimvee, met name met buitenuitloop, is ook bij de Europese Commissie geëntameerd.

Overleg
Over het geheel van Europese maatregelen en de aanvullende nationale maatregelen heb ik op 14 en 18 oktober 2005 overleg gevoerd met de meest betrokken organisaties.
Verder zal de situatie met betrekking tot AI onderwerp van overleg zijn op de komende EU-Landbouw en Visserijraad. Ik zal u in het op 26 oktober 2005 geplande Algemeen Overleg nader informeren over de stand van zaken.

Ingangsdatum
De in deze brief aangekondigde aanvullende maatregelen zullen nog deze week in de Staatscourant worden gepubliceerd en op maandag 24 oktober 2005 in werking treden.
De regeling zal medio november 2005 op basis van de ontwikkelingen met betrekking tot AI worden geëvalueerd om te bezien tot welk moment de regeling van kracht zou moeten blijven.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman